door Annechien Oldersma
Ons klooster. De voormalige werk en woonplek van de Broeders van Maastricht. Ik heb ze nooit gekend maar mag nu wonen in hun erfenis. Dat is bijzonder.
Een paar weken geleden gaven een aantal bewoners van dit klooster de tijd aan hun buren van de Mathenesserweg om eens een kijkje in het klooster te nemen. We hadden taart, thee en koffie, wat fikse regenbuien een tent en een leuke route. Er kwamen best wat mensen af op de aangeboden rondleidingen. Het was leuk om buren mee naar binnen te nemen die al jaren hier woonden maar het klooster nooit van binnen hadden aanschouwd. In de ontheiligde seculiere staat van het gebouw konden wij die mogelijkheid nu wel bieden. Een paar woningen in voorheen Gods huis met prachtig uitzicht op de groene tuin evenals twee andere bijzondere woningen waren open voor bezoek. Tussendoor een gang wandeling en uiteindelijk als toetje de klokkentoren. Voor sommigen een hele klus om die houten trappen op te klauteren en een beetje eng, maar uiteindelijk had je dan dat prachtige uitzicht over de eigen wijk! Echter blijf van de klok af!! Niet luiden…
Ergens in de 14e eeuw ontstond de traditie van het Angelus luiden in kloosters en kerken. Driemaal daags de oproep tot het bidden van “De Engels des Heren”. Eind 16e eeuw verdween die traditie grotendeels. Maar altijd bleef het luiden van de klok een oproep tot viering en devotie. Echter de klok heeft nog andere functies. Soms luidt de kerkklok ter verwelkoming van nieuw leven, aan het geluid hoort men of het een meisje of jongen is. En de klok begeleidt het afscheid van geleefd leven; sober en ingetogen rijdt de stoet onder klokgelui stapvoets tot voor de kerk. Na een stille stop klinkt de echo van het leven en de stoet doet de overledene uitgeleide uit de wereld. Het zijn die rituelen die ons leven tot een cirkel maken. Een kerkklok luidt de herinnering aan het ritueel naar boven. En juist daarom mag je niet zomaar luiden, je weet niet wat naar boven komt…
Behalve bij het begin en einde van ons aardse bestaan luidt de klok ter waarschuwing van naderend onheil, aanstormende spanjolen en hongerige wolven… Lang vervlogen duistere tijden, uit ons bewustzijn gewist. Tijden waarin we behalve in God volop geloofden in andere obscure zaken. We zagen bezemstelen voorbij vliegen, heksen op weg naar de sabbat, kindertjes die geofferd werden aan de duivel… Niet alleen de gewone mensen geloofden daarin maar ook belezen monniken uit de kloosters. Zij predikten hierover vanaf de kansel. Al het addergebroed op de brandstapel!
De kerkklok luidt als de brandstapels smeulen; om de boze geesten te verdrijven. De rook dwarrelt stil en zwijgend omhoog. Angst vult de lucht. Vandaag de dag fikt een bedrijf af ergens in de havens, we schrikken er niet van. Toen lichtten de brandstapels hoog op. Vanuit de ruimte een spoor, honderden kilometers langs de grote rivieren van Nederland tot aan Zwitserland. Fakkelende vuren.
Nu weet ik niet of onze Broeders van Maastricht voorgangers hadden die zich bezighielden met bezemstelen en heksen. Maar zo’n klooster geeft te denken. Die gangen; als het nu eens duister was, alleen een vale flikkerende kaars. Als de vleermuizen langs vlogen, de spinnen rondkropen, de ratten in de keuken liepen en als de donkere tijden vanuit de kelders hun weg langs oude spleten en kieren omhoog vonden. Zouden we dan niet opnieuw gaan geloven in rondvliegende heksen?
Wilt u een verhaal horen uit die donkere tijd, in Gods huis, begin november als de grens tussen nu en het verleden opgaat in het ijle niets……?
Als de klok luidt……kom!